Werkgevers doen weinig om herhaling burn-out werknemer te voorkomen

Werkgevers treffen weinig maatregelen om herhaling van een burn-out bij hun werknemers te voorkomen. 56 procent van de werknemers die terugkeren na een burn-out zegt dat de leidinggevende geen aanpassingen heeft gedaan.

Dat blijkt uit onderzoek dat Kantar Public uitvoerde in opdracht van Zilveren Kruis. Voor het onderzoek werden 533 respondenten ondervraagd. Zij hebben de afgelopen vijf jaar een burn-out gehad en zijn vervolgens weer aan het werk gegaan.

Van de ondervraagden is 55 procent bang voor een terugval. Een derde denkt dat hun leidinggevende heeft geleerd van de situatie. 54 procent is daar niet van overtuigd. Bijna 30 procent ervaart geen ruimte om een terugval bespreekbaar te maken met de leidinggevende.

Er wordt te vaak alleen naar de werknemer zelf gekeken wanneer hij of zij een burn-out heeft gehad. “De werknemer krijgt een coach en gaat bijvoorbeeld op cursus mindfulness. Allemaal gericht op het beter omgaan met stress. Terwijl er meestal ook echt iets aan de werkzaamheden en omstandigheden binnen de organisatie zelf moet veranderen om een nieuwe burn-out te voorkomen.”

Maak met deze vijf tips jouw bedrijf vitaler

Ondernemers en werknemers presteren nu al op de top van hun kunnen. Des te belangrijker is het om de vitaliteit van jezelf en de werknemers hoog te houden. We zijn op het punt aangekomen dat het heel goed geregeld is. De economie loopt goed, de werkloosheid loopt terug. We komen hoger in de piramide van Maslow. Het vitaliseren van de werkvloer is de volgende stap in de ontwikkeling van personeelsbeleid.


Vijf adviezen om de vitaliteitop de werkvloer te verbeteren.

1. Ga uit van de interesse van de medewerkers

“Mensen gaan vooral meedoen, omdat ze de toegevoegde waarde voor zichzelf zien. Pas daar ook je communicatie op aan. Heb het bijvoorbeeld over ‘kwaliteit van leven’ in plaats van ‘duurzame inzetbaarheid’. Onderwerpen die de medewerker veel meer raken in zijn persoonlijke leven. Als je vanuit het bedrijf communiceert, zal een medewerker zich toch altijd afvragen: ‘what’s in it for me?’.

Je moet met je medewerkers in gesprek gaan. Vragen wat er leeft binnen de organisatie? Dan kan je veel beter programma’s maken die aansluiten bij wat ze willen.”

2. Ga voor de lange termijn

“Zet een stip op de horizon die je wil bereiken. Het ontwikkelen van een visie is het belangrijkste. Ga op zoek naar wat bij jouw bedrijf past. Wij zien dat er heel veel met hagel geschoten wordt. Op een gegeven moment vindt men het belangrijk om iets te doen en dan komen er allemaal ideeën. Dat is allemaal leuk, maar waar wil je naartoe? Als je niet een doel hebt, dan is er een risico dat de animo terugzakt.

Het is belangrijk dat je je realiseert wat je met z’n allen wil bereiken. Als je dat vergeet, ga je vaak heel veel proefballonnen oplaten, maar dan merk je dat er geen lijn in zit.”

3. Laat iedere individuele medewerker zijn of haar eigen verbeterdoel bepalen

“Dit is een hele belangrijke, want je wordt doodgegooid met normen. Bijvoorbeeld dat je een BMI van zoveel moet hebben. Wat je krijgt, is dat er een soort illusie ontstaat dat je alleen goed bezig bent als je voldoet aan die norm. En als je ver verwijderd bent van de norm, werkt dat heel verlammend. Je moet de medewerker de mogelijkheid geven om een beter versie van zichzelf te worden. En iedereen heeft een ander vertrekpunt. Als ik nooit beweeg, is het al heel goed dat ik minder ga zitten en een keer een appel eet.”

4. Maak keuzes die passen bij de kernwaarde van de organisatie

“Heb je een heel innovatief bedrijf, zorg dan dat je in je aanpak vernieuwend bent. Is één van de kernwaarden vertrouwen, zoals in een familiebedrijf, geef dan medewerkers een eigen budget. Mensen snappen zo beter waarom je het doet. Als je een competitief ingesteld bedrijf bent, moet je niet met een grijze-wollen-sokkenprogramma binnenkomen. Ga dan iets meer de uitdaging zoeken en de onderlinge competitie zodat je jouw mensen ook kan laten aansluiten.”

5. Ga gewoon beginnen

“Dat klinkt als een open deur, maar dat is het niet. Ga gewoon dat eerste kleine stapje zetten en laat dat als een olievlek groeien. Als een bedrijf begint met vitaliteit, wordt het vaak heel groot gemaakt. Dan gaan ze beleidsplannen maken, heb je grote teams nodig en grote budgetten en dan kan het zomaar zijn dat je een jaar verder bent, zonder dat er wat gebeurd is. Ga met een klein groepje enthousiaste mensen beginnen, ga kijken wat er gebeurt. Ga door met wat succesvol is en stop met wat niet werkt.”