PMA, progressive mental alignment

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is er het mooiste in het ganse land?

Lieve lezer, ik nodig jou uit om deze blog te lezen vanuit de nieuwsgierige ogen van het kind van drie jaren oud, dat jij ooit was.

Christoph Maria Ravesloot (BurnOut Coach in hart en nieren) houdt van mensen en voelt soms meer potentie in mensen dan zij in zichzelf zien.  Hij heeft het geduld en de coachingservaring, om die potentie los te krijgen doordat hij de oorspronkelijke jeugdige nieuwsgierigheid bij zijn cliënten weet te prikkelen en te herstellen. Hij coacht de cliënt naar het moment dat de belemmeringen fysiek en mentaal worden overmeesterd. Christoph Maria houdt zijn cliënt geen spiegel voor, hij IS de spiegel aan de wand: Jij bent de mooiste van het hele land!

PMA

In de ontwikkeling van de jonge mens, van conceptie tot aan volwassenheid staat één belang centraal: overleven van de jonge mens. Daarna komt er een tweede belang bij: overleven van de soort. Vanuit het belang van overleven heeft een jonge mens een uniek mechanisme in de hersenen meegekregen: het vermijden van pijn. Jonge mensen hebben pijn nodig als signaal van waar grenzen voor het overleven liggen. Functioneel gezien is pijn dus fijn, maar wanneer pijn te groot of te erg voelt, dan schakelen de hersenen van de jonge mens over naar een uit -stand, waarin de te erge pijn niet ervaren hoeft te worden. In de uit-stand wordt de pijn daarom niet opgeslagen in de herinnering in de hersenen, dat zou pijnlijke herinneringen opleveren. Er wordt geen cluster van vergelijkbare herinneringen gemaakt of gevoed.

Maar, het lichaam slaat de herinnering wel op in celgeheugens ergens anders in het lichaam dan de bewuste hersenen. Vanuit de celgeheugens blijven de herinneringen ter beschikking om snelle reactie te kunnen geven, mocht een vergelijkbare situatie in de toekomst optreden. Die herinneringen uit celgeheugens zijn dus onbewust, niet toegankelijk vanuit clusters met herinneringen in de bewuste hersenen. Daarom worden ze spookclusters genoemd (Korthuis 2014).

Komt de jonge mens gedurende het latere leven in een situatie die op een of andere manier lijkt op een in het celgeheugen opgeslagen pijnlijke herinnering, dan wordt een overlevingsmechanisme in werking gesteld, meestal alleen door een emotie te laten voelen.

Vanuit het bewuste denken, komt deze vaak onverklaarbaar en overwacht over, wat aansluit bij het begrip spookcluster. De nieuwe situatie raakt dus aan een oude pijnlijke situatie, een spookcluster raakt geactiveerd, dat triggert een reactie, die vervolgens niet verklaarbaar is. Maar, het bewust denken probeert wel een verklaring te maken, de mens bedenkt dus iets, bewust, om een verklaring te kunnen geven.

Aldus, ontstaat een mechanisme, waarbij telkens als een spookcluster geactiveerd wordt, een verklaring wordt bedacht, die niet bewust kan aansluiten bij wat er werkelijk ooit de oorzaak van de emotie was.

Gedurende het leven bouwen de spookclusters zich dus op, worden onderbouwd met onjuiste verklaringen en geven een mechanisme dat de mens in staat stelt er mee om te gaan, maar het niet werkelijk te kunnen begrijpen. De verstandelijke gekunstelde verklaring is incongruent met de oorsprong van het gevoel, dat in een te pijnlijke mogelijk traumatische ervaring ligt.

De jonge mens kan dus op basis van een onverwerkte onbewust opgeslagen te pijnlijke mogelijk traumatische gebeurtenis, een stelsel van spookclusters opbouwen. Dit kan leiden tot incongruent copinggedrag.

Dezelfde oude mens, zal dus op enig moment in zijn leven ontdekken en ervaren dat het copingmechanisme niet meer werkt én dat daarmee geconcludeerd moet worden dat de rationalisaties van sluimerende onbestemde emoties niet kunnen kloppen.

Iedere jonge mens, heeft ook te pijnlijke, mogelijk traumatische ervaringen, die niet bewust kunnen worden herinnerd. Omdat die ervaringen in celgeheugens opgeslagen zitten, en omdat celgeheugens reproduceren bij celvernieuwing, blijven ze daar eindeloos zitten, ze zijn daar ook nodig als onderdeel van het overlevingsmechanisme.

Echter, het is logisch te veronderstellen dat bij reproductie en conceptie van de jonge mens met een ander jong mens, die pijnlijke herinneringen met het DNA bij een nieuw jong mens terecht kunnen komen. En zo gaan trauma’s van vader op zoon, van moeder op dochter, van grootouders op kleinkinderen, generatie op generatie, tenzij een spookcluster opgeruimd wordt.

Dat is dus wat er soms mag gebeuren:

Een spookcluster opruimen. Gelukkig kun je dat zelf, met hulp van een coach die opgeleid is in PMA, progressive mental alignment. Zo heet de coachmethode om een mens te coachen naar het zelf opruimen van geactiveerde spookclusters.

Hoe gaat die methode PMA in zijn werk?

Met een aantal sessies, die de mens vanuit zijn denken sensibiliseren om contact te maken met lichaamscellen en waar een gevoel opgeslagen ligt. Daarmee worden spookclusters geactiveerd en kan de mens in een innerlijke zoektocht worden gecoacht. Een uiteindelijke PMA sessie kan tussen 30 minuten en 4 uren duren. Afhankelijk van het gemak waarmee contact gemaakt kan worden met emoties in het eigen lichaam en de mate van sensibilisering van spookclusters. Meer PMA sessies zijn gebruikelijk.

Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is nu er het mooiste in het hele land?

Blogschrijver: Christoph Maria Ravesloot